De VAR verdwijnt ingang van 1 april 2016, De overeenkomst van opdracht komt

Wie zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers) inhuurt zal willen weten of hij van doen heeft met een zelfstandige of met een werknemer. In het laatste geval zal de opdrachtgever o.m. loonheffingen moeten inhouden en afdragen. Een verklaring arbeidsrelatie (VAR) biedt de opdrachtgever daarover duidelijkheid. Staatssecretaris Wiebes heeft aangekondigd dat de VAR met ingang van 1 april 2016 verdwijnt. Overeenkomsten van opdracht komen daarvoor in de plaats. Hierna een korte schets van de laatste stand van zaken.

 

 

Het huidige stelsel

Een opdrachtgever kan in het huidige stelsel vooraf zekerheid krijgen over de vraag of hij met zelfstandigen werkt dus gevrijwaard is van loonheffingen. Die zekerheid wordt geboden door de juiste VAR: een “VAR winst uit onderneming”  óf een “VAR inkomsten uit werkzaamheden voor rekening en risico van uw vennootschap”. In alle andere gevallen bestaat die zekerheid niet vooraf.

 

Het nieuwe stelsel

Het is de bedoeling dat met ingang van 1 april a.s. de VAR plaatsmaakt voor een stelsel van overeenkomsten van opdracht.

 

Opdrachtgever en opdrachtnemer dienen voortaan met elkaar een overeenkomst van opdracht te sluiten waarin de opdracht en de voorwaarden waaronder die wordt uitgevoerd, zijn omschreven. Aan de hand daarvan bepaalt de Belastingdienst of de opdrachtnemer een zelfstandige of een werknemer is. Alleen in het geval van een werknemer dient de opdrachtgever loonheffingen in te houden en af te dragen.

 

De Belastingdienst heeft aan haar voorgelegde en goedgekeurde modelovereenkomsten op haar website geplaatst. Daarvan kan gebruik worden gemaakt. Dan is vooraf duidelijk dat werkzaamheden op basis van de modelovereenkomst niet leiden tot de inhouding van loonheffingen. Uiteraard alleen indien conform de (model)overeenkomst wordt gewerkt.

 

De modelovereenkomsten op de website van de Belastingdienst zullen niet in alle gevallen bruikbaar zijn. In dat geval zal de opdrachtgever of de opdrachtnemer zelf een (model)overeenkomst dienen op te stellen. Het is wenselijk die vervolgens voor te leggen aan de Belastingdienst.

 

In het nieuwe stelsel kan de opdrachtgever dus wel enige zekerheid vooraf krijgen maar achteraf kan de Belastingdienst concluderen dat niet volgens de (model)overeenkomst  is gehandeld derhalve loonheffingen zijn verschuldigd. In het nieuwe stelsel kan worden nageheven bij zowel de opdrachtgever als bij de opdrachtnemer. Meestal zal het voor de Belastingdienst eenvoudiger zijn bij de opdrachtgever na te heffen.  Op deze manier komt er weer meer verantwoordelijkheid bij de opdrachtgever te liggen.

 

In de periode 1 april 2016 – 1 januari 2017 krijgen opdrachtgevers en opdrachtnemers de tijd te wennen aan het nieuwe stelsel. In die periode kunnen opdrachtgevers en opdrachtnemers hun werkwijzen aanpassen. Tot die tijd zal de Belastingdienst wel toezicht houden maar niet handhaven. De Belastingdienst zal, als dat nodig is, waarschuwen dat een aanpassing van de werkwijze nodige is om “buiten dienstbetrekking” te werken. Totdat er met een goedgekeurde overeenkomst van opdracht wordt gewerkt, blijft de bestaande VAR-verklaring geldig.

 

Actie

Zzp-ers en opdrachtgevers doen er goed aan zich voor te bereiden op de aangekondigde verandering. Het wordt langzamerhand tijd te zorgen voor een – door de Belastingdienst goedgekeurde – modelovereenkomst zodat duidelijk is of de heffing van loonheffingen wel of niet achterwege kan blijven indien op basis van die overeenkomst een opdracht wordt uitgevoerd.

Voor vragen of overleg kunt u altijd contact met ons opnemen.