Handhaving Wet DBA

Het kabinet stelt de handhaving van de Wet DBA uit tot tenminste 2018. De wet blijkt te veel haken en ogen te hebben waardoor veel onrust is ontstaan. Is met het uitstel echt het leed voorlopig geleden?

 

Verschillende arbeidsrelaties, verschillende fiscale gevolgen

Veel opdrachtgevers maken gebruik van de diensten van opdrachtnemers zonder personeel. Daarbij is steeds de vraag hoe de arbeidsrelaties  te duiden: als dienstbetrekkingen óf als overeenkomsten van opdracht? In het eerste geval is de opdrachtnemer een werknemer. In het twee geval een ondernemer oftewel een zelfstandige zonder personeel (zzp’er).

 

Beide arbeidsrelaties hebben verschillende fiscale gevolgen. Bij werknemers zullen opdrachtgevers loonheffingen moeten inhouden en afdragen. Dat is niet het geval bij zzp’ers.

 

Indien ingehuurde zzp’ers toch werknemers blijken te zijn dan zullen de niet afgedragen loonheffingen worden nageheven. Vaak over meerdere jaren. De nageheven bedragen kunnen daardoor zeer hoog zijn. Zeker indien het om meerdere opdrachtnemers gaat.

 

Waarom verving de Wet DBA de VAR-verklaring?

Opdrachtgevers kunnen vaak niet vaststellen of zij met een zzp’er te maken hebben. Om opdrachtgevers meer zekerheid te geven, is destijds de VAR-verklaring ingevoerd.

 

Opdrachtgevers die gebruik maakten van zzp’ers met een VAR-verklaring, waren ingedekt tegen de naheffing van loonheffingen in het geval de zzp’ers toch geen zelfstandigen bleken te zijn. Slechts in uitzonderingsgevallen was dat anders. In die gevallen kon de Belastingdienst nog proberen na te heffen bij de (schijn) zzp’ers maar daar bleek meestal weinig te halen.

 

Met de invoering van de Wet DBA is het voor de Belastingdienst weer mogelijk geworden óók de opdrachtgevers aan te spreken voor niet afgedragen loonheffingen.

 

Knelpunten / uitstel handhaving Wet DBA

De Wet DBA heeft tot veel onvrede en onzekerheid geleid. Met de vervanging van de VAR-verklaring door de Wet DBA is bijvoorbeeld voor opdrachtgevers weer actueel geworden het risco van belastingnaheffingen indien ingehuurde opdrachtnemers geen zelfstandigen blijken zijn. Veel opdrachtgevers zijn daarom terughoudend geworden of zelfs gestopt met het inhuren van zzp’ers.

 

Vanwege al die onvrede en onzekerheid heeft de staatssecretaris van Financiën besloten de handhaving van de Wet DBA uit te stellen tot in ieder geval 1 januari 2018. Medio 2017 beoordeelt de staatssecretaris of verder uitstel gewenst is. In de tussentijd wordt begonnen met het oplossen van de knelpunten.

 

Naheffing loonheffingen voorlopig van de baan?

De Belastingdienst zal dit jaar en komend jaar geen naheffingen opleggen of boetes uitdelen als er ongewild een fout wordt gemaakt waardoor een werknemer ten onrechte als een zzp’er wordt aangemerkt. In dat geval krijgen de goedwillende partijen – zonder boete of naheffing – de gelegenheid hun werkwijze aan te passen.

 

Naheffing van loonheffingen en het opleggen van boetes zal wel plaatsvinden bij de evident kwaadwillenden. Voor hen geldt het uitstel dus niet.

 

Volgens de staatssecretaris is kwaadwillend, “de opdrachtgever of opdrachtnemer die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking.”

 

Wie geen serieus werk maakt van het juist kwalificeren van arbeidsrelaties, loopt dus nog steeds risico’s.

 

Vragen over uitstel van de wet DBA?

Voor vragen of overleg aangaande deze materie kunt u altijd contact met ons opnemen. DK Accountants & Adviseurs denkt graag met u mee.